Dat medicijn -cyclofosfamide (merknaam Endoxan)- is weliswaar niet geregistreerd voor deze aandoening, maar de longarts is er van overtuigd dat het toch het beste is en heeft hem dat middel toegediend.
Enkele uren later krijgt meneer S het thuis zeer benauwd en lijkt koorts te hebben. Spoedopname in het ziekenhuis volgt en er wordt longontsteking vermoed. Meneer S wordt op de intensive care gelegd en krijgt antibiotica toegediend.
Als hij na 3 weken nog steeds niet goed hersteld is raadpleegt de familie mij ten einde raad een voor een second opinion. Uit bestudering van de ziektegeschiedenis en het inzien van de onderzoeken zie ik geen enkele reden om aan een longontsteking te denken, maar wijs ik erop dat dit beeld van hevige benauwdheid en koorts redelijk bekend is als bijwerking van het geneesmiddel waarop meneer S was overgegaan. Daarbij zijn antibiotica niet de juiste behandeling, maar moeten hoge dosis corticosteroiden gegeven worden. Ik schrijf onder andere:
"Gezien het zeer korte tijdsverloop tussen Endoxan toediening en de symptomen lijkt een infectieuze pneumonie mij onwaarschijnlijk. Koorts is hiervoor ook geen pathognomische factor aangezien pyrexie een bijwerking van Endoxan kan zijn. Longproblemen/interstitiumproblemen zijn niet zeldzaam, zelfs kort na Endoxan toediening en hoge dosis corticosteroiden zouden m.i. een betere keuze zijn geweest."
Hiermee gewapend wendt de familie zich tot de longarts. Ondanks het feit dat de bijwerking uitgebreid in de literatuur wordt beschreven, zegt de longarts dat haar uitgebreid literatuur onderzoek niets heeft opgeleverd, maar onder druk van de familie wordt toch overgegaan tot het toedienen van hoge dosis corticosteroiden. En zie, meneer S. knapt op.
Het ziekenhuis wil echter niet langer doorgaan met de hoge dosis corticosteroiden omdat dit 'een gevaarlijk middel' zou zijn en stopt na 3 dagen met de corticosteroiden. Meneer S' toestand verergert direct. Het ziekenhuis gaat ongevraagd over tot relatief hoge dosis morfine 'om het ademen makkelijker te maken' (note: morfine onderdrukt juist de ademhaling).
Onder druk van de familie maar zeer tegen de zin van de behandelend arts wordt toch nogmaals gestart met hoge dosis corticosteroiden. Met de boodschap dat het nu echt de laatste keer is en dat meneer S. het maar maximaal 3 dagen krijgt, wordt weer begonnen met de corticosteroiden. Meneer S. knapt weer op, zijn benauwdheid verdwijnt. Maar na drie dagen wordt weer de corticosteroidentherapie gestopt. Meneer S. valt weer terug in benauwdheid en krijgt nu hoge dosis morfine om het ademhalen te vergemakkelijken (morfine stopt juist de ademhaling).
Zoals viel te verwachten komt meneer S. te overlijden, enige dagen na het stopzetten van de corticosteroiden therapie. Meneer S. was een 82 jarige man die ondanks zijn aandoening nog redelijk goed ter been was, binnen een tijdsbestek van een paar uur is hij hevig ziek en met 5 weken is hij dood. Het ziekenhuis cq. de behandelend arts heeft mogelijk een zware inschattingsfout gemaakt en daarna mogelijk crimineel nalatig gehandeld.
Elke ander zou voor de rechter komen, maar de longarts traineert zelfs een gesprek met de nabestaanden en er is geen onderzoek naar wat er is gebeurd.
De hoge dosering morfine en het klaarblijkelijk onthouden van effectieve therapie kunnen toch moeilijk anders gezien worden dan ongevraagde euthanasie.
Edwin ten Winkel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten